Het wereldrecord jongleren met ballen staat op 12 stuks. Twaalf ballen. Gedurende 1 minuut. Langer niet. Zoek maar op. Toen ik het voor ’t eerst las, vond ik het zeer weinig.
Een doorsnee mens kan 5 ballen voor langere tijd in de lucht houden. Nu heb ik ’t natuurlijk over de figuurlijkheid van het jongleren. Het leven is één groot circus.
Harm Jan – die in het echt anders heet – wordt gezien als een super hero. Hij heeft een gezin, hij is gangmaker in een wielrenclubje, hij is penningmeester bij de korfbalvereniging en voorzitter van de ouderraad. Lid van de welstandscommissie is-ie ook. O ja, én hij leidt een bedrijf met meerdere Europese vestigingen.
Harm Jan jongleert met veel te veel ballen. Hij voelt zich dan ook niet lekker. Fysiek niet en mentaal niet. Ik vertelde Harm Jan dat hij zich moet beperken tot 5 ballen. De rest moet hij droppen.
“Dat is onmogelijk, Hans,” zegt hij stellig en met een gesloten houding. “De korfbalvereniging heeft dan geen penningmeester meer. De ouderraad kan niet zonder mij. En binnen de welstandscommissie is mijn rol nogal, nou ja, nogal doorslaggevend.”
Hij gaat verzitten, klemt zijn armen nog strakker tegen zijn lichaam en zegt: “Ik ben onmisbaar.”
Aha. Harm Jan heeft zichzelf onmisbaar gemáákt. Ik hoef hem niet eens te vragen of hij nog van toegevoegde waarde is. Want dat is hij niet, want hij is onmisbaar.
In het ‘onmisbare’ zit een verstreken houdbaarheid. Paradoxaal genoeg ben je ethisch in overtreding. Het is een vaststaand gegeven dat de zogenaamd onmisbaren allang niet meer een verrijking zijn voor de organisatie.
Met jouw onmisbaarheid doe je de organisatie geweld aan. Want je mag jezelf dan misschien wel onmisbaar achten; aan elk optreden komt een einde. Geen optreden zonder aftreden, zogezegd. Zulke zaken volstrekken zich nogal eens acuut want het leven is grillig. Alle gegevens die jij je hebt toegeëigend gaan dan met jou verloren. Goed, op je nagelaten administratie na. Hopelijk kan een ander er chocola van maken.
Daarnaast: het opbouwen, het bewaken en het beschermen van jouw status in de club is op zichzelf al geen teken van souplesse. En al helemaal niet in het belang van de vereniging of commissie. Ik kan het niet milder maken voor Harm Jan.
Mensen als Harm Jan houden de vanzelfsprekende veranderingen tegen. Het natuurlijke verloop. Grijs dat groen wordt. Zoals ‘de dingen gaan’.
Get real, Harm Jan.
Als de welstandscommissie ‘nogal’ op jou leunt dan is het de hoogste tijd om je biezen te pakken. En over die ónzelfstandigheid van de korfbalvereniging en de ouderraad heb ik het liever maar helemaal niet. Die is natuurlijk ronduit ongezond.
In het jongleerspel van het leven moet Harm Jan zich beperken tot 5 ballen. Die noem ik hem. En jou ook.
De eerste vier ballen zijn: Gezin. Werk. Gezondheid. Vrienden. Dit zijn de ballen waarop een goed leven draait. Waar je ‘gezin’ leest, daar mag je ook ‘bezinning’ invullen. Waar je ‘werk’ leest, daar kun je ‘taak’ of ‘missie’ van maken. En op de bal ‘vrienden’ mag je de sticker ‘sociaal leven’ plakken.
De vijfde bal die meedoet, dat is de bal met de naam Integriteit. Misschien kun je die ook wel ‘realiteit’ noemen.
Realiteitszin. Leven naar echtheid. Naar de waarheid, hoe die ook is.
Het leven is jongleren met vijf ballen.
Gezin of bezinning. Werk, taak of missie. Gezondheid. Vrienden of sociaal leven. Integriteit. Daarvan mag je realiteit maken. Echtheid dus. Waarde. Die bal moet Harm Jan extra aandacht geven.
Waardevol is hetzelfde als misbaar. Zo is het verhaal van Harm Jan zo rond als een jongleerbal.
Hans Ruinemans, boardroom monk