Ingmar heeft een zakelijk issue. Zijn bedrijf groeit te snel. Daardoor dreigt cashflow een probleem te worden. En jij weet wat dat inhoudt. Geen cashflow is geen financiële speelruimte.

Een snelle groei klink aantrekkelijk, maar Ingmar dreigt met een volle orderportefeuille failliet te gaan. Zijn bedrijf wordt als het ware van binnenuit opgegeten.

Het lukt Ingmar niet om het probleem aan te pakken. Dat is begrijpelijk en daarom is Ingmar bij mij.

Wat we voortdurend doen in het zakenleven – in het particuliere leven eveneens – is continu problemen oplossen. Problemen en issues, ze blijven komen. Het één is nog niet weggewerkt of het andere dient zich alweer aan.

Een issue is niet altijd een probleem, trouwens

Nu is er een algemene regel dat problemen – hoewel ik er geen voorstander van ben gebruik ik nu die term – niet opgelost kunnen worden met de mindset waarmee ze ontstaan zijn. Die regel ken je, hij komt uit de koker van Einstein. We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them.

Ikzelf zou die regel willen finetunen. Mijn stelling is dat problemen moeten worden opgelost op een ander level. Een ander niveau. Met andere mensen. Het niveau waarop dat gebeuren moet, dat is het abstractieniveau.

Kom ik zo op terug.

Het cashflow probleem van Ingmar kan inderdaad niet worden opgelost met zijn mindset, zoals Einstein al wist. De mindset van Ingmar is groei. Hij ziet geen andere oplossing dan de groei afremmen.

Die groei was de oorsprong van het probleem. Daar ontstond het, maar daar zit niet de oplossing. Dat Ingmar teruggrijpt op de oorsprong, dat is hem niet aan te rekenen. Het is niet dat hij tekortschiet in zijn ondernemersvaardigheden en ook niet dat hij slecht is in oplossen van problemen. Welnee. Hij is een keigoede ondernemer en reteslim. Er ontstonden cashflow-issues vanwege de snelle groei, Ingmar was erbij en hij was een onderdeel ervan.

Hij kán het eenvoudigweg niet zelf oplossen

En dat geldt voor alle problemen en issues. Als je erbij was of als je een deel bent ervan, dan kun je het niet oplossen. Voorbeeld: je hebt problemen met je auto. Die zijn prima op te lossen, behalve als jij deel bent van het probleem met de auto of als je er vanaf het prille begin bij was. Ander voorbeeld: je hebt problemen met een kind van je. Je bent een deel van het probleem of je was er vanaf het begin bij. Nog een voorbeeld: je lijdt onder een verslaving en je wil ervan af. In al deze situaties kun je het – meestal – niet zelf.

Een uitweg uit de impasse – de oplossing die er áltijd is – moet gevonden worden door iemand van buitenaf. Iemand die geen deel ervan uitmaakt en die er niet bij was. Het is hetzelfde als de stelling van Einstein, maar met een extensie.

In de informatica is dit gemeengoed. All problems in computer science can be solved by another level of indirection. Informatica-junks met humor maakten daar in mijn tijd zoiets van:

”Het is gemakkelijker om een probleem te verplaatsen dan om het op te lossen.”

Het abstractieniveau is het niveau waarbij je werkt met de vereenvoudigde versie van een probleem. De details zijn dan weggelaten. Het betekent in feite dat het grote issue van Ingmar – de snelle groei – in kleinere issues wordt opgedeeld. Voor alle kleine elementen kunnen relatief eenvoudig oplossingen worden gevonden. Elk element moet opgelost worden. Doe je dat niet, dan blijft het probleem in stand of keert snel terug.

Met de vereenvoudigde elementen ga je aan de slag. Of eigenlijk: ga ik aan de slag. Ik deed dat al voordat het in de managementboeken beschreven werd. Ik weet eigenlijk niet of er managementboeken over geschreven zijn. Ik doe dit en ik deed het altijd zo. Het determineren van het probleem is mijn tweede natuur en strategie is mijn zuurstof. Omdat het mijn vak is heb ik honderden mannen en vrouwen, ondernemers en bestuurders uit alle sectoren, geholpen bij het oplossen van problemen en issues.

Problemen en issues moeten worden opgelost op een ander level en met mensen die er niet bij waren. Geldt dat ook voor kleine problemen en issues? Mijn antwoord is ‘ja’.

Je mag van mij veronderstellen dat jij al je kleine hindernissen zelfstandig en met succes oplost. Deels is dat zo. Een steentje in je schoen los je uiteindelijk zelf op, hoewel je er doorgaans mee rondloopt totdat je jezelf streng toespreekt. Voor minder grote problemen zoek je naar antwoorden, bijvoorbeeld op internet of in documentatie. Je belt naar de helpdesk en praat erover. Via het andere level en met mensen die niet bij je probleem betrokken waren kom je tot oplossingen.

Voor zakelijke problemen en issues kom je naar mij.

Hans Ruinemans, boardroom monk